EMOTIES

Een bijeenkomst met een vooraf gekozen onderwerp: emoties! Eduard Kusters (Ward) was deze keer niet alleen moderator maar ook de inleider op dit onderwerp. Hij startte met een reeks vragen ‘Kunnen lichaam en denken onafhankelijk van elkaar? Op welke wijze dan? Hoe werken ze op elkaar in? Nemen emoties daarin een speciale plaats in?’ Ward verwachtte dat de antwoorden uit de gevormde groepen parallel zouden lopen aan wat in de loop van de geschiedenis over dit onderwerp is gezegd en geschreven: Lichaam en geest zijn gedurende het menselijke denken voortdurend onderwerp van discussie geweest. Nu zien we ze als volledig geïntegreerd en vormen de totale mens.

Emoties zijn onvermijdelijk een deel van de mens, ze kunnen goed/aanvaardbaar of slecht zijn. Sterke emoties kunnen zich aan het denken onttrekken, maar overwegend proberen we er invloed op te houden. Er is een sterk verband tussen emotie, denken (geest) en lichaam: bv. trillen van woede, kippenvel krijgen van ontroering enz. Steeds komt daar ook denken bij, we zijn ons bewust van hetgeen gebeurt en reageren er op. Emoties zijn wezenlijk en onvermijdelijk, zonder emoties ben je een robot. Aldus een impressie van de reacties.

Ward doorliep de geschiedenis van ‘lichaam en geest’ aan de hand van enkele persoonlijke keuzes: Plato met zijn beroemde beeld van de grot waarin mensen opgroeien die uitsluitend schaduwen kunnen zien. Voor hen zal dit ‘beeld’ de werkelijkheid zijn. Plato gaat uit van een dualisme waarbij het Idee – ons waarde oordeel van de werkelijkheid –  een soort voorloper is van ons beeld van geest of ziel. De  materie is volgens Plato veel minder waard omdat ze voortdurend  verandert en slechts onderdeel uitmaakt van ons Idee. De katholieke kerk heeft dit Idee van Plato overgenomen en er de ziel van gemaakt die in het hiernamaals kan reizen.

Hij wordt gevolgd door Descartes die zo rationeel mogelijk een onderbouwing probeerde te geven aan de scheiding tussen ziel en lichaam. Uiteindelijk weet hij een ding heel zeker…ik denk dus ik besta. Denken =  bestaan. Als je alles weglaat is denken het laatste wat je nodig hebt om er nog te zijn. Leibniz vervolgt dit pad, maar komt uiteindelijk tot de conclusie dat alles bestaat uit ontelbare eenheden of krachtpunten. Hij gaf daar de naam monaden aan.  Spinoza ziet de wereld – het heelal – als één totaliteit die niet los kan worden gezien. Hij noemt die totaliteit ‘de natuur of God’. Hij gaat juist niet uit van scheiding van wat dan ook.

Tot slot introduceerde Ward J.H. Schulz die als psychiater in en na de Grote Oorlog soldaten behandelde die leden aan shellshock. Schulz had ervaring met hypnose en ontwikkelde een therapie waarbij hij slachtoffers zich verregaand liet ontspannen via concentratie- oefeningen op een (lichaams-) deel van zichzelf. Ward legde dit niet alleen uit, maar stelde de aanwezigen voor om deze therapie zelf te ervaren. Voor de rest van onze bijeenkomst heeft hij met zachte indringende stem vorm gegeven aan deze ‘autogene training’  zoals Schulz die introduceerde. Iedereen zat héél ontspannen in de warme bedding van de stem van Ward en concentreerde zich afhankelijk van zijn vraag op linker – of rechterarm of hoofd.  Hij sloot af met een filmpje waarin eveneens een voorbeeld werd geleverd van deze training die de geest afleidt van het probleem. Met een krachtige roep haalde hij ons steeds uit deze concentratie ‘even in actie!’ Een aangename beleving.

 

Aanwezigen:  22

Moderator: Eduard Kusters