La vita è bella

La vita è bella

Na een korte toelichting op de kwalitatieve aspecten van ons Filosofisch Gesprek van 2 oktober 2022, gaf de moderator een verrassende wending aan de start van de middag. Ze stelde voor de bij velen bekende film ‘La vita è bella’ (1997) als uitgangspunt te nemen en vertelde het verhaal.  In het (heel) kort handelt de film over een Joodse vader die met zijn zoontje tijdens W.O.II in een concentratiekamp terecht komt. Vader houdt tegenover het zoontje vol dat het kamp één groot spel is, waarbij punten te verdienen zijn. De winnaar wordt beloond met zo’n prachtige tank… en inderdaad ziet het jongetje zijn hoofdprijs het kamp binnenrollen aan het einde van de oorlog… Op die manier poogt vader zijn zoon nog een leefbaar leven te bieden en zijn herinnering gunstiger in te kleuren ( echte samenvattingen zijn overal op internet te vinden!). Wat zegt de film ons, welke vraag-/gesprekspunten rijkt de film je aan?

 

Gekozen werd voor de vraag ‘Waarom zijn we geneigd tot verdeeldheid?’ Aanvankelijk richtte het gesprek zich op aspecten van ‘verdeeldheid’ met de negatieve achtergrond van strijd. Verdeeldheid is onvermijdelijk bij groepsgevoel, een groep zoekt altijd een eigen identiteit, maakt zich daarmee herkenbaar tegenover andere groepen. Maar ook tussen twee individuen kan zich verdeeldheid manifesteren, werd opgemerkt, verdeeldheid is nu eenmaal gebaseerd op tegenstellingen.

 

Een verrassing leverde de plotse opmerking op dat verdeeldheid lang niet altijd slecht is hoewel snel als negatief ervaren: verdeeldheid kan ook – als het met respect wordt gebruikt – het beste uit je halen. Verdeeldheid is juist het kenmerk van het individu. Een groep bestaat uit individuen met ieder hun eigenheid en zonder die kenmerkende verschillen zouden we een soort eenheidsworst krijgen of zelfs robotmensen. Verdeeldheid is voorwaarde voor het bestaan van een individu.

Belangrijke kenmerken van het individu zijn altruïsme en egoïsme. Altruïsme vormt een essentiële voorwaarde voor voortplanting: acceptatie en beschutting. Egoïsme geeft afscherming tegen anderen die een bedreiging kunnen vormen. Strijd is eigen aan de krachtige leeftijd die geheel volgens de natuur streeft naar de overdracht van krachtige genen.

 

Maar in Oosterse denkwijzen komen deze tegenstellingen in ’t geheel niet voor, men kent er ook niet de tegenstelling goed en kwaad, zo wordt daar tegenin gebracht. Alles is aan elkaar complementair. Denken in tegenstellingen is typisch westers conflict-denken, waarbij de sterkste naar verwachting overwint. Overleven is echter lang niet altijd het terrein van de lichamelijk sterkste, onze hersenen zijn verhoudingsgewijze groot geworden om onze overlevingskans te vergroten zonder riskante strijd.

 

Opgemerkt wordt dat verdeeldheid wordt versterkt door de omvang van de tegenstelling: hoe groter de tegenstelling des te vinniger de verdeeldheid, des te heviger de strijd. De enorme tegenstelling arm – rijk is in onze tijd een voorbeeld van zo’n riskante tegenstelling.

 

Aantal deelnemers : 15

Moderator             : Marlita van Belkom

Ingebrachte onderwerpen: hoe voelt bedreiging; helpen emoties om te overleven; waarom zijn we geneigd tot verdeeldheid; waartoe dient fantasie?