Respect & Vertrouwen? – Zondag 24 april 2016, Bergen op Zoom
Relatie tussen respect en vertrouwen?
De door aanwezigen aangevoerde vragen/onderwerpen/stellingen worden ter stemming voorgelegd.
- Hebben dieren moraal? (3)
- Wat is vrijheid? (-)
- Wat is emotie? (2)
- Bestaat waarheid? (-)
- Waarom lacht de mens? (6)
- Respect versus vertrouwen? (8)
- Wat is intelligentie? (-)
- Oorzaak vreemde ziektebeelden? (-)
- Tijd versus zijn? (1)
- Wat is ijdelheid? (-)
Met 8 stemmen ‘Respect & Vertrouwen?’ gaan we de filosofische uitdaging die middag aan.
Het woord ‘respect’ komt van het Latijnse woord re-spicere, ’terugkijken’, ‘omkijken’. In de Oudheid, als een Romein in Athene verbleef, liep hij gevaar om aangevallen te worden. Daarom keken deze vreemdelingen altijd over hun schouder, uit ontzag voor eventuele rovers en andere onverlaten.
Mooi hierbij is te zien dat re-spicere etymologisch verband houdt met spieden. De Romeinen hadden angst en ontzag voor degenen die hun het leven zuur konden maken, daarom spieden ze om zich heen of hun belagers nog op afstand waren.
Dat kom je ook in het Nederlands al vroeg tegen, blijkt uit het dikke Woordenboek der Nederlandse Taal (WNT).
Dat speurt naar de eerste vindplaats van woorden. De samensteller komen in 1568 ‘respect’ tegen als ‘ontzag, eerbied’: ‘Dat zij aen hennen bisschop alle respect, reverentie ende obedientie draegen’ oftewel ‘alle eerbied, ontzag en gehoorzaamheid’ betuigen.
De opmars van het woord respect, zo stelde de ethicus Marcel Becker in het boek ‘Voortreffelijk leven; op zoek naar het juiste midden’, is begonnen in de medische wereld, in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Ooit respecteerde de patiënt de arts, zoals de kerkganger de dominee, de burger de burgemeester. Vanaf de jaren zeventig diende de arts de patiënt te respecteren. Elke patiënt, ook de onwillige die tegen het uitdrukkelijke advies van de arts in de behandeling afwees.
De oude betekenis van achting was op een duidelijk object gericht. De patiënt keek tegen de arts op omdat de man ervoor gestudeerd had en gezondheid een belangrijk goed was. Zo had je ook respect voor een predikant: die vertegenwoordigde iets wat voor jouw leven van belang was.
De nieuwe betekenis, schreef Becker, is gericht op een onvervreemdbare waardigheid die wij allemaal bezitten. Die waardigheid zou je ook kunnen vertalen als ‘autonomie van ieder mens, die we in acht moeten nemen’.
Vertrouwen heeft in zowel sociale als psychologische zin verschillende connotaties. De meest gangbare definitie van vertrouwen omvat doorgaans de volgende elementen:
- Bereidheid van een persoon of groep om afhankelijk te zijn van de daden van een andere persoon of groep.
- Geloven dat een ander eerlijk is of dat iets goed zal gaan.
- Verwachting van een persoon dat degene die hij/zij vertrouwt zal handelen op een manier die hem/haar niet zal benadelen, met het risico in een nadelige positie te belanden indien de ander dit vertrouwen schaadt.
In sociologie en psychologie is de mate waarin twee groepen elkaar vertrouwen een maatstaf voor het geloof in de eerlijkheid en aardigheid van de ander. Vertrouwen speelt een belangrijke rol in bijvoorbeeld familiebanden, relaties, binnen bedrijven en andere sociale groepen. De gave van mensen om in te schatten of iemand te vertrouwen is, kan worden teruggevoerd naar een neurobiologische structuur en activiteit in de hersenen.
Sociologie beschouwt vertrouwen als een van de sociale constructies van de samenleving, en iets wat elke samenleving nodig heeft. Sociologie focust zich dan ook sterk op de positie die vertrouwen speelt in de gemeenschap. Interesse in vertrouwen is sinds de jaren 80 van de 20e eeuw sterk gegroeid.
In de psychologie wordt vertrouwen omschreven als “geloven dat de persoon die men vertrouwt zal doen wat men van hem verwacht”. Volgens psychoanalist Erik Erikson begint het eerste opbouwen van vertrouwen al in de eerste twee jaar van een mensenleven. De mate waarin dit vertrouwen wordt bevestigd of geschaad kan op latere leeftijd van grote invloed zijn.